Faillissement
Kwijtschelding van de restschulden
Tijdig indienen verzoek - behandeling - gevolgen
VERVALTERMIJN 3 MAAND VOOR INDIENEN VERZOEKSCHRIFT NIET LANGER VAN TOEPASSING
Arrest Grondwettelijk Hof van 22 april 2021 over de vervaltermijn van drie maand na de publicatie van het vonnis houdende opening van het faillissement om een verzoekschrift tot het bekomen van kwijtschelding neer te leggen.
Het grondwettelijk Hof heeft geoordeeld dat de vervaltermijn van drie maand het gelijkheidsbeginsel schendt.
Het indienen van een verzoekschrift blijft een voorwaarde de bepaling dat dit binnen de drie maand dient te gebeuren, wordt geacht nooit te hebben bestaan.
Dit arrest zal onmiddellijke gevolgen hebben voor de rechtspraak over de kwijtschelding :
De verzoekschriften kunnen in ieder geval ook na het verstrijken van de termijn van drie maand zoals vermeld in de wetgeving ingediend worden. Gezien de voorwaarde van het indienen van een verzoekschrift overeind is gebleven én de rechtbank daarover dient te oordelen uiterlijk in het vonnis houdende sluiting van het faillissement dient aangenomen te worden dat het verzoekschrift dient ingediend te worden voorafgaandelijk aan het ogenblik waarop de rechtbank dient te oordelen.
Concreet :
- In nog niet afgesloten faillissementen kunnen ook na de termijn van drie maand nog verzoekschriften ingediend worden. Het is aangewezen het verzoek in te dienen zodra men kennis krijgt van de noodzaak ervan.
- Indien een faillissement werd afgesloten zonder toepassing van de kwijtschelding wegens het neerleggen van een laattijdig verzoekschrift voor de sluiting, zal door de ex-gefailleerde nog een rechtsmiddel kunnen aangewend worden vermits een verzoekschrift werd neergelegd.
- Voor faillissementen die werden afgesloten zonder kwijtschelding wegens niet neerleggen van een verzoekschrift door de gefailleerde zal normaliter geen wijzigende beslissing aangaande de kwijtschelding meer kunnen bekomen worden vermits de vereiste van het neerleggen van een verzoekschrift overeind is gebleven.
Gezien de eventuele juridische stappen die kunnen ondernomen worden verscheiden zijn alsook afhankelijk van de feitelijke situatie kan met vragen daaromtrent terecht bij de juridische helpdesk van Dyzo.
De wetgever dient thans wetgevend initiatief te nemen ingevolge het arrest.
Faillissementen geopend vanaf 1 mei 2018 vallen onder het systeem van de kwijtschelding. Voor eerder geopende faillissementen is het principe van de verschoonbaarheid van toepassing zoals in een afzonderlijk item uiteengezet.
De gefailleerde natuurlijk persoon kan door de rechtbank bevrijd worden van de restschulden.
Daartoe dient een verzoekschrift te worden ingediend (in regsol) waarover de rechtbank uiterlijk in het vonnis van de sluiting dient te oordelen (De termijn van drie maand is ingevolge het hierboven beschreven arrest niet langer van toepassing). Bij aangifte van staking van betaling door een medewerker van Dyzo worden deze verzoekschriften meteen opgeladen. Indien bijstand gewenst voor verzoekschriften die nadien nog dienen opgeladen te worden, zal Dyzo U eveneens begeleiden.
Het neerleggen van het verzoekschrift tot het bekomen van kwijtschelding betreft uiteraard geen zekerheid van een gunstig oordeel door de rechtbank. Het indienen betreft wel een noodzakelijke voorwaarde voor de toekenning. Zonder het indienen van een verzoekschrift kan geen kwijtschelding toegekend worden.
Het indienen van het verzoekschrift heeft als gevolg dat de rechtbank uiterlijk in het vonnis houdende sluiting van het faillissement over het verzoek dient te oordelen. Dit tijdstip van oordelen is het meest gebruikelijke. Hoewel enkele rechtbanken de discussie voor beslechting oproepen na het verstrijken van zes maand na de opening.
De gefailleerde kan zelf ook na het verstrijken van zes maand na de opening de rechtbank verzoeken de vervroegde kwijtschelding toe te kennen.
De kwijtschelding betreft enkel de restschulden.
Dit zijn de schulden die onbetaald gebleven zijn na de verdeling van het actief onder de schuldeisers door de curator.
Het bekomen van de vervroegde kwijtschelding heeft niet als gevolg dat het actief niet verder dient gerealiseerd te worden door de curator en alsnog dient verdeeld te worden onder de schuldeisers rekening houdend met de rangregeling der schuldeisers.
De curator dient de rechtbank advies te verstrekken over de kwijtschelding. Dit advies is niet bindend voor de rechtbank, maar er wordt uiteraard in aanzienlijke mate rekening mee gehouden.
De houding van de gefailleerde, in het bijzonder de medewerking met de curator en een correcte aangifte van het aanwezige actief zijn uiteraard belangrijke factoren die de inhoud van dit advies mee bepalen.
De curator geeft een eerste maal advies 1 maand na het verzoek, daarna nogmaals bij een eventueel verzoek tot vervroegde kwijtschelding en uiteraard voorafgaandelijk aan de zitting houdende sluiting van het faillissement indien alsdan nog dient geoordeeld te worden.Belangrijk bij de beoordeling : kennelijk grove fout en kwade trouw
Uiteraard hebben factoren als kennelijk grove fout (ernstige fouten) en kwade trouw (oa. verduisteren actief) een belangrijke impact op de inhoud van het advies van de curator en het oordeel van de rechtbank.
Het verzwijgen van een (gering) deel van het actief kan het niet toekennen van de kwijtschelding als gevolg hebben.
Meestal is het verzwegen actief veel kleiner dan de restschulden die door de niet kwijtschelding na de sluiting alsnog bij de gefailleerde kunnen geïnd worden, waardoor enkel kan geadviseerd worden een dergelijk risico niet te nemen.Bepaalde schulden vallen niet onder de kwijtschelding
Volgende schulden komen niet in aanmerking voor kwijtschelding :
- Penale boetes
- Onderhoudsgelden
- Verplichting tot herstel van schade wegens overlijden of aantasting van de lichamelijke integriteit van een persoon (mede)veroorzaakt door de gefailleerde. De lichamelijke integriteit betreft zowel de fysieke als de morele schade van het slachtoffer.Gedeeltelijke kwijtschelding of volledige weigering
Elke belanghebbende kan een verzoekschrift indienen strekkende tot gedeeltelijke kwijtschelding hetzij volledige weigering van de kwijtschelding.
Als belanghebbenden dienen hoofdzakelijk volgende categorieën verstaan te worden :
- De curator
- Het openbaar ministerie
- De schuldeisersverschoonbaarheid - faillissementen geopend voor 1mei 2018
Voor de faillissementen geopend voor 1 mei 2018 is het systeem van de verschoonbaarheid van toepassing in plaats van de kwijtschelding.
Het is eveneens enkel van toepassing voor gefailleerde natuurlijke personen en niet voor rechtspersonen.
De schulden die uitgesloten zijn om verschoond te worden verklaard zijn dezelfde als deze bij de kwijtschelding met name penale boetes, onderhoudsschulden, vergoeding tot herstel van schade aan personen toegebracht.
Er diende geen verzoekschrift te worden ingediend binnen een bepaalde termijn. De rechtbank oordeelt automatisch over de toekenning van de verschoonbaarheid. In de regel bij het einde van het faillissement hoewel ook hier de vervroegde verschoonbaarheid kon aangevraagd worden na het verstrijken van zes maand sinds de opening.
Belangrijke criteria bij de beoordeling betreffen ook hier kwade trouw en kennelijk grove fouten.
Het onderscheid met betrekking tot de gevolgen betreft het feit dat de schulden bij de verschoonbaarheid in se nog blijven bestaan, doch ze zijn lastens de gefailleerde oninbaar geworden.
Een ex-gefailleerde die na verschoonbaar verklaard te zijn alsnog betalingen uitvoert voor een bepaalde schuld hetzij een schuldbekentenis doet, laat de schuldeiser toe alsnog verder uit te voeren.
Dit heeft eveneens tot gevolg dat schuldeisers alsnog hun alsdan niet verjaarde vorderingen kunnen uitvoeren lastens rechtsopvolgers zoals erfgenamen die er belang bij kunnen hebben de nalatenschap te verwerpen.Verzet belanghebbenden na toekenning bij vonnis
Elke belanghebbende kan zich na de toekenning van de kwijtschelding gedurende een periode van drie maand na de publicatie in het Belgisch Staatsblad van het vonnis waarin de kwijtschelding wordt toegestaan alsnog verzetten tegen de kwijtschelding. Dit dient te gebeuren door neerlegging van een verzoekschrift.